Op 19 juli 2021 plaatst het Amerikaanse ijsmerk, Ben & Jerry’s, een persbericht op z’n website waardoor het bedrijf het in het daaropvolgende jaar het niet alleen aan de stok krijgt met moederbedrijf Unilever, maar ook met de regering van Israël.

“Wij zijn van mening dat het niet strookt met onze waarden dat Ben & Jerry’s ijs wordt verkocht in de bezette Palestijnse gebieden”, zo las het bericht. “We hebben een langdurige samenwerking met onze licentiehouder, die Ben & Jerry’s ijs in Israël produceert en in de regio distribueert… en we hebben hen laten weten dat we de licentieovereenkomst niet zullen verlengen als deze eind volgend jaar afloopt.”

Fast forward naar begin 2022. Ben & Jerry’s heeft geprobeerd de licentiehouder, Avi Zinger, een nieuwe overeenkomst te laten tekenen waarin is vastgelegd dat hij geen ijs meer mag verkopen in de bezette gebieden. Maar Zinger weigert en besluit een rechtszaak aan te spannen tegen de eigenaar van de ijsmaker, Unilever.

Unilever besluit vervolgens het Israëlische onderdeel van het ijsmerk te verkopen aan Zinger, waarmee het een eind maakt aan de rechtszaak, maar Ben & Jerry’s plots toch weer in de schappen in de bezette Palestijnse gebieden ligt. En dat is het begin van een langlopend conflict tussen het moeder- en dochterbedrijf.

Een onafhankelijk Ben & Jerry's binnen Unilever

Ben & Jerry's sleept Unilever in juli dit jaar voor de rechter, omdat de verkoop van het Israëlische onderdeel volgens de ijsmakers indruist tegen de kernwaarden van het merk en de onafhankelijkheid van het bestuur ondermijnt.

Ben & Jerry's heeft namelijk nog altijd een onafhankelijk bestuur dat de sociale missie bewaakt, ondanks dat Unilever de daadwerkelijke eigenaar is. Unilever houdt wel toezicht op de operationele en financiële beslissingen van het ijsmerk en had daarom, naar eigen zeggen, dus ook het recht om het onderdeel aan Zinger te verkopen.

In een interview met het Financieele Dagblad geeft Unilever toe spijt te hebben van de beslissing Ben & Jerry's zoveel vrijheid te laten behouden, nu beide bedrijven met elkaar overhoop liggen. "Soms maakt dit bestuur keuzes die Unilever als geheel niet zou maken, zoals in Israël", zegt voedingsdirecteur Hanneke Faber tegen het FD. "Bij geen enkel ander merk is de besluitvorming zo ingewikkeld als bij Ben & Jerry's. Dus zoveel vrijheid toestaan, dat gaan we niet meer doen."

De relatie tussen Unilever en Ben & Jerry's verhardt

Het geschil, dat de twee partijen in de afgelopen zes maanden lijnrecht tegenover elkaar heeft gezet, brengt Unilever in een lastig parket. De multinational is zich de laatste jaren steeds meer aan het positioneren als een bedrijf dat duurzaamheid en ethiek hoog in het vaandel heeft staan, maar nu het door z'n eigen dochteronderneming voor de rechter is gedaagd, lijken die beloften geen stand te houden.

Volgens The Financial Times zijn de aandeelhouders al ontevreden over de matige prestaties van het concern dit jaar en de bittere publieke ruzie met een van z'n topmerken laat het vertrouwen in het management van het bedrijf daarom niet toenemen.

Terry Smith, de CEO van investeringsfirma Fundsmith en een van de belangrijkste investeerders van Unilever, zei tegen de FT dat het concern "geobsedeerd was geraakt door het publiekelijk etaleren van z'n duurzaamheidsprestaties, wat ten koste gaat van de aandacht voor de idealen van het bedrijf" en dat "de Ben & Jerry's ruzie daar het duidelijkste voorbeeld van is".

Ondertussen lijkt de relatie tussen Unilever en Ben & Jerry's ook steeds verder te verharden. Zo claimt het bestuur van de ijsmaker dat Unilever de salarissen van de directeuren niet meer betaalt. Unilever ontkent deze aantijging niet, maar zegt dat het concern "niet verplicht is onafhankelijke bestuurders te betalen".

Ben & Jerry's heeft daarom inmiddels zowel juridische stappen genomen tegen het hoofdkantoor van Unilever in Londen als tegen de Amerikaanse tak van het bedrijf. Unilever moet begin november met een reactie komen op de beschuldigingen die bij de rechter liggen.

De vraag is nu of de relatie tussen de twee bedrijven, na maanden ruzie, nog wel te lijmen is. Zo niet, dan zal Unilever genoodzaakt zijn het ijsmerk te verkopen, wat een flink deuk zal slaan in het nieuwe, progressieve imago van de multinational.

LEES OOK: Unilever-topman Alan Jope houdt het na 4 jaar voor gezien en stopt in 2023: opvolger wordt gezocht